September 2008. Gistermiddag zijn we over het in de Eiger uitgehouwen spoorlijntje met de trein naar het Jungfraujoch gegaan. Kost een paar franken (153 om precies te zijn) maar dan kom je ook op een uiterst toeristisch maar mooi gebouwd bergstation. We slaan de voor de Japanners uitgestalde Rolexen over en lopen tussen de sneeuwschuivers door naar de Mönchjochshütte (3670m). Een grote, tegen de bergwand geplakte hut is het, en terwijl we met een biertje van het uitzicht genieten, trekt het dicht. Het onweert de halve nacht en 's ochtends ligt er 10cm verse sneeuw. We wachten totdat 2 duitsers en 3 spanjaarden weg zijn, dan kunnen die het spoor weer wat beter zichtbaar maken. Het blijkt nodig, want alles is dichtgesneeuwd en op de 2e graads rotsformaties is het best puzzelen waar de route nu precies loopt.
Halverwege de klim trekt de lucht weer helemaal dicht. Meer dan onze eigen voeten, geconcentreerd neergezet op de volgende 30cm van de messcherpe graad, krijgen we deze ochtend niet meer te zien. Sterker, na een heikele passeeractie met die duitsers en spanjaarden loop ik behoedzaam over de graad en merk opeens dat hij lijkt te dalen. Okee, dit was dus de top... Toch even een Berg Heil uitgesproken, reepje gepakt en omgekeerd. Dat was 'm dan, de klassieker uit het Eiger, Mönch, Jungfrau rijtje dat menig bergbeklimmer op z'n verlanglijstje heeft staan.
Het originele plan om 's middags door te gaan naar de Mittelegihütte laten we in overleg met de Hüttenwart varen. Die tour is met verse sneeuw en bliksemrisico veel en veel te gevaarlijk en moeilijk. De mensen die de Eigeroverschrijding wel doen, komen pas laat 's avonds binnen, meestal met 14u tot 16u klimmen in de benen...