September 2002: De bedoeling was natuurlijk de Finsteraarhorn, met z'n 4274 meter de hoogste berg van de Berner Alpen en voor ons de eerste poging op een vierduizender. We vertrekken rond 06.00 uur van de Finsteraarhornhütte (3048m). Hüttenwart Heinz zegt dat hij een heli stuurt als we niet om 18.00 uur weer binnen zijn.
Bij de Frühstücksplatz (3616m) genieten we van het zicht op de Fieschergletscher, de op één-na-langste gletscher van de Alpen. De stijgijzers gaan onder, Bram voert het touw, de klim lijkt eindeloos lang. We zijn nog maar 48 uur weg uit Holland-onder-zeeniveau en leren dat acclimatiseren meer tijd verdient. We zigzaggen tussen imposant grote gletscherspleten door, gapende gaten met prachtige ijspegels die over de randen hangen. Om een uur of twaalf geven de hoogtemeters van Bram en mij eindelijk 4000 meter aan: hebbes!
Tegen 13.00 uur bereiken we het Hüggisattel (4055m), voor ons rijst als toetje een deels verijsde rotshelling op. We accepteren dat die laatste 200m te zwaar en te moeilijk zijn. We feliciteren elkaar met de eerste 4000m-passage en lunchen ruim een uur. Het vergezicht is fantastisch.
We dalen over de inmiddels zompige gletscher snel af. Een grote sprong over een spleet levert nog een winkelhaak in m'n broek op, maar de dag kan niet stuk. Net voor 18.00 uur terug, 's avonds Rösti, heel veel Rösti. De volgende ochtend vertrekken we en sluit de hut haar deuren voor het laatst. Volgend jaar staat hier een nieuwe hut.